Presentator Beau van Erven Dorens zoekt voor Het Rotterdam Project van RTL vijf dakloze Rotterdammers op. Hij gaat met ze in gesprek en biedt ze hulp aan. De verhalen van de daklozen zijn ontroerend. Ze maakten allemaal iets mee, iets waardoor ze hun huis verloren. Het project zet mij als echte ras-Rotterdammer aan het denken.
RTL begon al eerder met The Amsterdam Project. In 2015 ontmoette presentator Beau van Erven Dorens daarvoor vijf dakloze Amsterdammers. Hij gaf hun een rood boekje met telefoonnummers van hulpverleners die ze 24/7 konden bellen, een telefoon en een pinpas waar ze 10.000 euro mee konden pinnen. Beau bleef ze volgen en merkte vooruitgang. Ze kregen hun leven grotendeels weer op de rit. Nu bezoekt hij daklozen in een andere stad: Rotterdam.
In de eerste aflevering van Het Rotterdam Project ontmoet Beau drie daklozen: een jonge moeder zonder baan, een 54-jarige vrouw die haar baan kwijtraakte en de zoektocht naar een nieuwe baan uitstelde en een man die zijn vrouw met borderline aan zelfmoord heeft verloren en een junk werd. Ik dacht dat Beau de straat op zou gaan om zelf met deze daklozen kennis te maken (ik heb The Amsterdam Project niet gezien). Het bleek dat het programma van tevoren contact had opgenomen met hulpverleners die eerst vertelden welke vijf daklozen mee zouden willen werken aan het programma én ook echt in staat zijn om hun leven te beteren. Hierdoor was ik echter in het begin wel een beetje verward, omdat Beau zomaar op iemand afliep en wist dat diegene dakloos was. Maar nu besef ik dat het maar beter is, experts hebben er natuurlijk meer verstand van.
Rotterdamse daklozen vinden het moeilijk om hulp te accepteren
De 54-jarige vrouw vindt het moeilijk om hulp te accepteren, maar ze weet dat ze het nodig heeft. Ook de jonge moeder heeft het er niet makkelijk mee. Zij besluit dan ook om alleen het boekje met hulpverleners en de telefoon te accepteren. Een pinpas aannemen met zoveel geld, dat voelt niet goed. Ik weet zeker dat er mensen zijn die denken: ‘Hoe kan je dat weigeren, als iemand mij zo’n geldbedrag zou aanbieden, zou ik echt geen “nee” zeggen.’ Toch kan ik me heel goed inleven in Stefanie. Ik kan natuurlijk haar gedachten niet lezen, maar ik kan me goed voorstellen dat als je zo’n geldbedrag aanneemt van iemand, het voelt alsof je diegene heel wat schuldig bent. Aan de man die drugsverslaafd is wil het project ook het geldbedrag geven. Dat is een risico, maar ik vind het mooi om te zien dat ook mensen zoals hij een nieuwe kans krijgen.
Rotterdam telt meer dan honderdvijftig mensen die geen huis hebben. Veel daklozen kunnen bij het Leger des Heils terecht. Volgens het programma voldoet de gemeente echter niet aan de wettelijke taak om opvang te bieden. Als er op dit moment niets veranderd, blijft het cijfer stijgen. Ik heb zelf eerlijk gezegd nooit nagedacht over daklozen en hun bestaan, daarom vind ik het een mooi initiatief van RTL om dit probleem aan het licht te brengen. Ik dacht automatisch dat de meeste het aan zichzelf te danken hadden, lees: aan hun luie reet. ‘Het zijn niet allemaal losers die het leven hebben verklooid, dat wat hen is overkomen kan jou en mij morgen ook overkomen,’ meent de Rotterdamse burgemeester Aboutaleb. Dat maakt dit project me dan ook zeer duidelijk.
Hulp accepteren heeft mij uit hopeloze situaties gered
Als kind groeide ik zelf niet op in een rijk gezin. Soms moest er een dubbeltje worden omgedraaid. Naar school gaan en je best doen, werd door mijn alleenstaande moeder gezien als belangrijk voor mijn toekomst. Ik kreeg op mijn verjaardag wel een leuk cadeau, maar in de rest van het jaar moest ik toch echt zelf zakgeld sparen om iets te kopen. Nu was ik een kind en woonde ik nog thuis, in mijn basisbenodigdheden was ik voorzien, maar toch is het dan soms ook moeilijk om bijna nooit wat extra’s te kunnen uitgeven en niet vaak iets leuks te doen zoals uiteten gaan, ergens wat drinken of een dagje weg. Ik was blij dat ik een opa had die ons af en toe wel trakteerde op iets leuks, maar als kind stond ik hier niet bij stil.
Ik wilde altijd alles zelf doen als kind en tiener, maar als het écht niet lukte, vroeg ik om hulp. Nu besef ik dat mijn opa (en vast een aantal andere mensen) ervoor heeft gezorgd dat ik in uitzonderlijke gevallen hulp kan accepteren, dat heeft me al uit een aantal hopeloze situaties gered. Dat in tegenstelling tot daklozen, die een tegenvaller in het leven alleen wilden oplossen, met als gevolg dat ze nu dakloos zijn (in veel gevallen). Nu ben ik nog student en heb ik het ook niet altijd makkelijk als het om mijn financiën gaat. Zeker nu ik nog steeds herstellende ben van kanker, heb ik geen tijd of energie voor een bijbaan, sparen lukt soms alleen omdat ik thuis woon en geen huur hoef te betalen. Maar als ik hieraan denk, helpt het me niet om hoopvol te blijven en om nu van mijn leven te genieten.
Kan de Rotterdamse mentaliteit daklozen helpen?
Daarom focus ik me vaak op mijn ontwikkeling: ik zie waar ik was, waar ik nu ben en waar ik naartoe ga. Dan zie ik dat ik op de goede weg ben en dat ik stapje voor stapje vooruit kom naar een bestaan waarin ik mezelf van een huis, voedsel en genietmomentjes kan voorzien. Ik ben voor nu heel dankbaar dat ik altijd een dak boven mijn hoofd heb gehad, want uit dit programma blijkt dat dat lang niet altijd het geval is. Ook ben ik dankbaar dat ik in Rotterdam ben opgegroeid, waar veel toekomstmogelijkheden zijn voor jonge mensen zoals ik. Ik ben dankbaar dat het Rotterdamse gezegde ‘Niet lullen maar poetsen’ me onbewust met de paplepel naar binnen is gegoten.
Ik denk dat zowel Rotterdamse daklozen als daklozen uit andere steden kunnen leren van de Rotterdamse mentaliteit. Na de Tweede Wereldoorlog lag hier een groot deel van de stad in puin, door samen én hard te werken zie ik nu een moderne bruisende stad. Ik merk zelf dat die mentaliteit van generatie naar generatie wordt overgedragen. Zelfs de Rotterdamse daklozen weten het wel: ze moeten iets doen, en vaak is de wil er ook. Het is simpelweg niet vanzelfsprekend om een goed leven te hebben, daar zorg je zelf voor. Maar daar heb je vaak ook anderen voor nodig die je hulp bieden, al is het een steuntje in de rug, dat vinden sommigen lastig. Toch hoeft niemand zich daar schuldig om te voelen of voor te schamen, denk ik. De ene keer vraag jij om hulp en de andere keer vraagt een ander jou om hulp. Dat is hoe we het doen. Niet lullen, maar poetsen, en dan liever samen.
Hier kun je de eerste aflevering van Het Rotterdam Project terugkijken. Dinsdagavond zendt RTL 4 om 21.30 de tweede aflevering uit. Kijk jij ook?
Ja toch, niet dan!
Liefs,
Geef een reactie