Een flink stuk fietsen of gewoon in de tuin zitten, genietend van de zon. Ik heb weer een keuze, ik kan het allebei. Op dit moment ben ik langer dan een halfjaar genezen van kanker. En ja, één ding weet ik héél zeker en dat is dat ik dit jaar dubbel zoveel van de zon ga genieten, de gemiste uren van het vorige jaar inhalen.
Oké, uiteraard ben ik naast het genieten ook weer hard aan het knokken voor mijn studie. Maar dat doe ik wel met liefde, mijn grote passie voor het schrijven van waargebeurde verhalen mag ik in praktijk brengen. Heerlijk. Ik kan weer op pad en zit voor de helft weer “vol” met energie.
Ook leer ik steeds beter omgaan met de bijwerkingen van de chemo. ‘Het gaat goed met me, écht.’ Wat voelt het fijn om dat te kunnen zeggen. Met mijn camera in de hand voel ik dat de zonnestralen mijn gezicht verwarmen. En dat niet alleen, zelfs de haren op mijn hoofd hebben het zonlicht gezien en besloten weer blond te worden.
Zo zie ik elke dag weer een stukje van mezelf terugkomen. Maar de “ik” die ik vóór mijn ziekteperiode was, zal ik nooit meer worden. Gelukkig maar, want ik voel me sterker en wijzer dan ooit tevoren. Ik ben daarbij “liever” voor mijn geest én lichaam, ik maak bewustere keuzes, eet en drink gezonder én doe alles wat ik wél kan vol overgave. Toch blijft de realiteit hard.
Ik heb minder energie dan de mensen om mij heen en mijn concentratievermogen is niet meer wat het was, maar dit houdt mij niet tegen om te doen wat ik moet én wil doen. Met mijn handen aan het stuur en mijn voeten op de trappers, let ik op de ganzen die aan het water langs het fietspad lekker hun ding doen in de zon.
Ik besef dat ik leef en ik besef dat ik daar dankbaar voor ben. Maar om het niet al té cliché en rooskleurig te maken: ik gil nog steeds ‘Auuu’ als ik mijn knieschijf weer eens tegen een tafelpoot aan stoot. Echter kan ik een paar seconden daarna er wél weer voor kiezen om met gekrulde mondhoeken op mijn fiets springen.
Liefs,
Geef een reactie