Er was eens een blinde bedelaar. Ik geef hem voor het gemak de naam Tom. Op een dag hoort Tom al van veraf een groepje mannen praten. De mannen lopen richting Tom. ‘Zolang ik in de wereld ben, ben ik het licht van de wereld (Joh. 9:5),’ hoort hij de leider van de groep zeggen. Daarna hoort hij dat deze man speeksel op de grond spuugt. Tom laat het gebeuren. En dat zal hij zijn leven lang niet vergeten, want het speeksel opent de blinde ogen van Tom. Hij kan weer zien.

Tom blijft wachten. Hij wacht af wat de groep mannen van plan is. Hij hoort dat iemand zijn speeksel met modder aan het mengen is. Niet veel later voelt Tom dat de vreemde man het gemengde goedje over zijn ogen veegt. De man geeft Tom de opdracht zich te wassen. Deze man is duidelijk de leider van de groep. Zonder vragen te stellen doet Tom wat hem gezegd wordt. Hij wast alles van zijn ogen en het wonder gebeurt. Tom opent zijn ogen en voor het eerst in zijn leven kan hij zien.

Waarom was Tom blind?
De leerlingen van de leider vragen zich af waarom Tom blind geboren is. Hebben zijn ouders gezondigd? Of heeft hij zelf gezondigd? De leider antwoordt dat dat er niets mee te maken heeft. Maar waarom was Tom dan blind? ‘Gods werk moet door hem zichtbaar worden (Joh. 9:3),’ zegt de leider. De buren van Tom en wat voorbijgangers komen naar Tom toe. Ze herkennen hem, maar ze snappen er niets van. Hoe kan hij opeens zien? Daarom vragen ze hem: ‘Hoe zijn je ogen opengegaan? (Joh. 9:10)’

Zodra Tom heeft verteld wat hem is overkomen, brengen ze Tom naar het volk dat veel invloed heeft op de mensen hier. Sommigen geloven niet dat Jezus van God komt, want hij houdt zich niet aan de sabbat. Anderen zeggen: ‘Hoe zou een zondig mens zulke wondertekenen kunnen doen? (Joh. 9:16)’ De joden willen er niets van geloven. Zij gaan naar de ouders van Tom en vragen aan hen hoe het kan. Zijn ouders wijzen naar hun Tom die zelf kan praten. Weer moet Tom het verhaal opnieuw vertellen.

‘Geloof u in de Mensenzoon?’
Er blijft verdeeldheid ontstaan. Dan zegt Tom dat hij het vreemd vindt dat ze niet begrijpen waar deze man vandaan komt, terwijl Hij zijn ogen heeft geopend. Jezus hoort hoe de mensen tegen Tom tekeer gaan en hem afvallen. Ze willen van de zondige Tom niets aannemen. Jezus zoekt Tom op en vraagt aan hem: ‘Gelooft u in de Mensenzoon? (Joh. 9:35)’
‘Als ik wist wie het was, heer, zou ik in hem geloven (Joh. 36),’ zegt Tom.

‘U kijkt naar hem en u spreekt met hem (Joh. 37),’ zegt Jezus.
‘Ik geloof, Heer (Joh. 9:38),’ antwoordt Tom. En Tom liegt niet. Hij getuigt zelfs over Jezus. Jezus is voor mensen zoals Tom naar de aarde gekomen. Nu beseft Tom dat een mens niet blind hoeft te zijn om niet te kunnen zien. Sommigen kunnen namelijk beter blind zijn dan dat ze kunnen zien. Want als een mens blind is voor de wonderen van God, ziet hij alleen zonde en duisternis.

Hij hoopt dat zijn buren Jezus ook zullen leren kennen, zodat zij door hetzelfde licht mogen leren kijken. Dat zij hun ogen mogen openen voor Zijn wonderen. Dat zij hun ogen zullen openen voor Zijn hart. Voor allen die zich gevangen voelen, in zonden leven, in duisternis schuilen, een gebroken hart hebben, zich alleen voelen of niet lekker in hun vel zitten… Voor al die mensen blijven mensen zoals Tom hun verhaal vertellen. Net zolang totdat zij het ook zien en hun ogen geopend zijn.

Lees het originele verhaal in: Johannes 9

Liefs,